Controle reglementaire werkwijze

  1. Apparaat inschakelen en de volgende controles uitvoeren: D = gedetailleerde controle, N = controle van dichtbij, S = visuele controle

Controleschema

D

N

S

I

Draairichting of transportrichting.

 

 

II

Voor correcte stroomopname zorgen. De nominale stroom (typeplaatje) kan door plaatselijke omstandigheden (buistraject, hoogte boven de zeespiegel, temperaturen) hoger of lager worden.

Overschrijding van Imax bij nominale spanning door veroudering of verlagen van de klemspanning mogelijk (bijv. transformator).

 

 

III

De thermische veiligheid wordt door het motorveiligheidsschakelaarsysteem veiliggesteld.