Controles vóór de montage
- De volgende controles uitvoeren: D = gedetailleerde controle, N = controle van dichtbij, S = visuele controle
Controleschema | D | N | S | |
---|---|---|---|---|
I | Apparaat voldoet aan de EPL-/zone-eisen van de montageplaats. | ● | ● | ● |
II | Apparaten van groep juist. | ● | ● |
|
III | Apparaten temperatuurklasse juist. | ● | ● |
|
IV | Beschermingsgraad (IP-graad) van de apparaten voldoet aan het veiligheidsniveau / de groep / het geleidingsvermogen. | ● | ● | ● |
V | Aanduiding van de stroomkring van het apparaat aanwezig en juist. | ● | ● | ● |
VI | Huis en verbindingen bevredigend. | ● | ● | ● |
VII | Controleer vóór het inbouwen de goede werking van de motorlager. | ● | ● | ● |
- Controleer vóór de montage de toepassingscategorie van de apparaten en de trillingsgrenzen voor tests ter plaatse, met name voor de bedrijfstoestanden Start, Alarm en Stop. Voer een trillingscontrole uit en controleer de trillingswaarden na het in gebruik nemen (ISO 14694, BV-3, Veff. max. 4,5 mm/sec.). Installeer eventueel componenten ter voorkoming van trillingen.
- Installeer vereiste commando-inrichtingen voor Start, Stop, Nooduit of resetten na een nooduit. Installaties moeten conform de planningsdocumenten en de desbetreffende bepalingen (EN 60079-14) worden verricht.
- Installeer een controle van de werking met alarmfunctie om bij storingen/uitvallen van het apparaat personen te waarschuwen en materiële schade te voorkomen.